Een werkschip met een rijke geschiedenis

HMS Elfin, werfnummer 1754, werd in 1933 gebouwd door J. Samuel White in East Cowes op het Isle of Wight. In januari 1934 werd ze officieel in dienst gesteld bij de Royal Navy en kreeg de onderzeeboot-trainingsschool in Portland als thuisbasis. Haar zusterschip, HMS Redwing (werfnummer 1753), was gestationeerd in Devonport.

De Elfin was ontworpen als torpedowerkschip, maar verzorgde voornamelijk de dagelijkse verbinding tussen de basis en het onderzeeboot-depotschip HMS Titania. Het schip stond onder bevel van Sidney Charles Norcott en had als thuisbasis Portland tot het begin van de Tweede Wereldoorlog.

De Tweede Wereldoorlog: Een Nieuwe Rol

Vanwege het gevaar van luchtaanvallen werd de onderzeebootbasis van Portland aan het begin van de oorlog verplaatst naar Blyth. Aangezien de nieuwe basis daar nog niet volledig was voltooid, besloot de Royal Navy de Elfin, het enige permanent aanwezige marineschip, als hoofdkwartier te gebruiken. Zo kreeg de basis ook de naam HMS Elfin.

Vanuit HMS Elfin werden de meeste geallieerde onderzeebootmissies gecoördineerd. Het schip escorteerde geallieerde onderzeeboten, zodat deze goed herkenbaar waren voor de geallieerde luchtmacht. In het geval van een vijandige aanval werd voor de zekerheid een Oerlikon anti-luchtafweergeschut op het achterdek gemonteerd. In 1941 verhuisde de Elfin naar de marine basis in het Schotse Rosyth vanwaar ook de geallieerde convoyen vertrokken. Om verwarring te voorkomen kreeg het schip een nieuwe naam HMS Nettle. In Rosyth was de Nettle verbonden aan het onderzeeboot depotschip HMS Cyclops.

Na de Oorlog: Herstel en Nieuwe Taken

Na de oorlog keerde de Nettle terug naar Portland. De oorlogsjaren hadden hun tol geëist, en de marine liet de ketel en stoommachines volledig reviseren. De Nettle werd nu verbonden aan het depotschip HMS Maidstone.

In 1953 voer de Nettle met gasten langs de vlootschouw ter ere van de kroning van koningin Elizabeth II. In de jaren 50 kreeg ze een nieuwe taak als ondersteuning het X-craft minionderzeeër programma onder leiding van Lt. Commander Todd. Het schip werd vereeuwigd in een bioscoopjournaal van British Pathé, toen de marine een bezoekje bracht aan de fabrikant van de diesel motoren van de onderzeeërs. In 1955 was een ramp jaar er was een explosie aanboord van HMS Sidon welke zonk met het verlies van 13 man, de Nettle assisteerde bij de tervergeefse reddings operatie.

In 1957, haar laatste jaar onder de vlag van de Royal Navy, diende de Elfin als decorstuk voor de film the Key, gebaseerd op het boek Stella van Jan de Hartog, met Sophia Loren in de hoofdrol.

Van Amsterdam tot de Laatste Stoomdagen

Toen de Nettle in 1958 in Amsterdam arriveerde als nieuwe aanwinst van de Amsterdamsche Droogdok Maatschappij (ADM), ging het hart van menig zeeman sneller kloppen, vooral door de link met Sophia Loren en wat men in de bioscoop had gezien. Het schip werd daar in gebruik genomen als tankwasboot en onder de naam Droogdok 18 weer in de vaart gebracht. Iedereen die er werkte was een beetje trots op het schip, met haar rijke marine- en filmsterverleden. Dit zal waarschijnlijk meegedragen aan het feit dat het schip altijd goed verzorgd bleef en zodoende als laatst industrieel stoom werkship in Nederland overbleef. Als TCA1 (Tanker Cleaning Amsterdam) bleef ze actief tot 1985, eerst nog als HOM 7 (Hollandse Aardolie Maatschappij). Met haar pensioen in 1985 was ze dus het allerlaatste overgebleven industriële stoomschip in Nederland. Ondanks haar roemrijke marine verleden bracht de Elfin het grootste deel van haar leven door in de Amsterdamse havens. Hier stond ze bekend als "de wielenboot" en was een bekende verschijning.

Een Nieuw Leven

In 1994 kwam het schip in handen van de Stichting tot Behoud van het Stoomschip. Dankzij toegewijde restauratiewerkzaamheden is de Elfin grotendeels in haar oorspronkelijke staat teruggebracht en vaart ze nu opnieuw onder haar oorspronkelijke naam.

De Elfin is een echt werkschip met een rijke geschiedenis. De littekens van haar zware verleden dragen bij aan haar unieke charme en getuigen van een zeer degenlijke bouw.

Wij nodigen u van harte uit om een bezoek te brengen aan boord. De vrijwel volledig originele machinekamer is een prachtig voorbeeld van de techniek en ambacht van zeegaande stoomschepen uit vroegere tijden.

Gegevens

Stichting tot Behoud van het Stoomschip, Vijfpootveld 22, 1541PT Koog aan de Zaan. Telefoon: 075-6176749 / 06-12893923. Iban: NL 06 INGB 0007 6226 57. Kamer van Koophandel: 41236396. Culturele ANBI: 8050.58.771.